Eergisteren opgeroepen uit mijn reservedienst. Nu dus pardoes met de neus in de boter met een dagje over in de mooie Schotse hoofdstad Edinburgh. ‘S ochtends was het nog wel traditioneel Schots baggerweer, maar tijdens de busreis naar Cocksburnpath klaarde het gelukkig weer op.
Wat te doen dus, ik heb eigenlijk geen zin in shoppen, en een Whiskey-liefhebber ben ik ook niet. Edinburgh is de geboorteplaats van o.a. James Hutton, misschien wel de “uitvinder” van de moderne geologie. Hij deed zijn ontdekking ten zuidoosten van Edinburgh, bij een plek die “Siccar Point” wordt genoemd.
Bij deze een mooi “doel” voor de dag, zou ik daar kunnen komen. Met een iPhone op zak kom je makkelijk op veel plaatsen. Ook dus bij het busstation van Edinburgh. Lijn 253 van Borders Bulservice komt door het dorpje van Cockburnspath, van waaruit het nog een 6km lopen is naar Siccar Point.
Over Schotse landweggetjes langs een soort “camping” (Peace Bay), en dan over een wandelpad, dat blijkbaar dwars door heel Schotland gaat, kom je na een klein uurtje lopen bij Siccar Point aan.
Wel bijzonder om op zo’n historische plek te zijn, alleen is de omgeving nou niet echt een aanrader als dagtochtje. De busreis duurt een kleine anderhalf uur, en in de buurt is verder eigenlijk gewoon niets te doen. Snel weer terug naar Edinburgh. Grappig genoeg is de chauffeur van de heenreis nu ook de chauffeur voor de terugreis.
De heuvels rond Edinburgh lijken een vers laagje sneeuw te hebben gekregen. In de stad toch dan nog maar even het graf van James Hutton zoeken, om het verhaal even compleet “af te nerden”.
Hij ligt op de begraafplaats van de Greyfriars Kirk, helaas wel op een afgesloten plek. Op dezelfde begraafplaats van de toeristische trekpleister “Greyfriars Bobby”.
Daarna weer naar het hotel voor een verdiende douche, en daarna een hapje eten. Morgen weer vroeg uit de veren.